In het URBACT programma zijn verschillende netwerken actief waarin verschillende Nederlandse steden deelnemen. In de reeks ‘pionierende URBACT Netwerken’ lichten we verschillende URBACT netwerken met Nederlandse partners uit. In dit artikel staat het Action Planning Netwerk URGE (circUlaR buildinG citiEs) centraal. Utrecht is een de lead partner van dit netwerk. Het URGE netwerk werkt aan Action Plans om circulariteit in de bouw te promoten. Utrecht is de thuisbasis van veel bedrijven die vooroplopen op het gebied van circulair bouwen. Sommige bedrijven zijn al meer dan 10 jaar actief! Eén van deze bedrijven is GBN, een bouwbedrijf dat werkt aan het hergebruik van bouwmaterialen en elementen. Het URGE-netwerk Utrecht sprak met Harry Hofman – directeur circulaire materialen bij GBN – over het verleden, het heden en de toekomst van de circulaire bouw in Utrecht.
Door Merel Limbeek, vertaald door Annemiek van Tol
Bedankt dat u de tijd heeft genomen voor dit interview! GBN is een belangrijke stakeholder
Bij GBN-groep hebben we de afgelopen 10 jaar expliciet de focus gelegd op circulariteit. Aan het begin richtten we ons op het upcyclen van beton. In de eerste jaren was het opvallend dat het ingewikkeld bleek om deze innovatie verder te brengen doordat er nog weinig vraag was in de markt. Vijf jaar geleden zijn we gestart met circulaire ontmanteling van gebouwen, en los van een aantal ((deels) Europees gefinancierde) projecten, was het lastig om dit verder te brengen. Vandaag de dag zien we dat de markt hard groeit. We hebben verschillende vervolgprojecten kunnen opzetten: Mining Group richt zich op circulaire ontmanteling, C2CA (Concrete to Cement & Aggregates) technologie maakt het mogelijk om van afgeschreven beton nieuw beton te maken, GBN-AGR recyclet kunstgras en GBN Ballastrecycling maakt oude treinen schoon om ze geschikt te maken voor hergebruik. Concluderend kunnen we zeggen dat de afgelopen twee tot drie jaar de circulaire economie enorm is gaan groeien. Circulariteit verschuift van een niche-producteigenschap naar een ‘gewone’ producteigenschap.
Dit betekent dat vraag en aanbod aan het groeien zijn. De rol van de overheid is hierin belangrijk gezien zij zich realiseren dat voor een transitie naar een 50% circulaire economie rond 2030 (zoals beschreven in het nationale programma ‘Nederland Circulair in 2050’) er ook veel mogelijkheden en ruimte gecreëerd moet worden voor die circulaire economie. 2030 komt nu heel snel heel dichtbij en dat betekent dat we van de pionierende fase naar een fase moeten gaan waarin goede oplossingen opgeschaald worden. Wij merken dat we deze nieuwe fase naderen.
Zoals je weet, bereid de gemeente Utrecht een nieuw actieprogramma voor op het gebied van de circulaire bouw (2023-2030) door haar deelname aan URGE. Hoe kijkt u naar de vooruitgang van de stad op het gebied van circulaire bouw?
Al in 2018 deden we een inventarisatie van het bestaande materiaal in de Merwedekanaalzone. Dit is een gebied in Utrecht dat zal transformeren van een voormalig industrieterrein naar een nieuwe groene woonomgeving. Bij de Merwedekanaalzone maakten we een inventarisatie van de verschillende gebouwen en materialen in het gebied die kunnen worden hergebruikt. Nu drie jaar later hebben we de eerste gebouwen circulair uit elkaar gehaald. Eén gebouw is zelfs elders voor een groot deel opnieuw opgebouwd. De stad Utrecht zelf speelt een grote rol in dit project als klant. We zien steeds meer van dit soort initiatieven ontstaan in de stad, ook naast degenen waar de gemeente Utrecht een rol speelt. Circulaire hotspots ontstaan door de hele stad. Goede voorbeelden zijn de circulaire werkruimtes van ‘Hof van Cartesius’ en het restaurant ‘the Green House’. De initiërende en faciliterende rol van de gemeente heeft effect.
We zien dat we in de stad bewegen van de pionierende fase naar de fase van opschaling. De eerste stappen voor deze nieuwe fase worden gemaakt en we worden steeds professioneler. De stad motiveert verschillende stakeholders om deze stappen samen te zetten. Als GBN onderschrijven we deze werkwijze.
Circulaire ontmanteling van de RotoSmeets & T gebouwen aan de Merwedekanaalzone, Utrecht
Wat hoop je dat er in de komende jaren ontstaat in Utrecht op het gebied van circulaire bouw?
Het is mijn droom dat circulariteit standaard onderdeel is van alle projecten (circulair, tenzij) die worden opgezet door de stad Utrecht. Technisch gezien is dit mogelijk – en als we er samen voor gaan denk ik dat het snel mogelijk kan zijn. Om dit te realiseren is het belangrijk dat het ecosysteem van de circulaire bouw zich verder ontwikkeld: alle spelers in de keten van de bouw moeten hun rol pakken en deze ontwikkeling omarmen.
Tijd voor advies! Wat denk jij dat de belangrijkste stap is die we vandaag moeten zetten om de circulaire bouw van de toekomst te stimuleren?
Circulariteit kan alleen bereik worden als alle partijen samenwerken, van elkaar leren en zorgen dat de vraag toeneemt. Wat ik vaak zie in circulaire ontmantelingsprojecten is de overtuiging dat de markt de verkoop van alle teruggewonnen bouwmaterialen zelf oplost. Echter in de praktijk zien we dat er vraag is naar circulaire ontmanteling, maar dat er in nieuwe gebouwen niet direct gebruik wordt gemaakt van circulaire elementen. De sleutel is: zonder vraag is er geen aanbod. Mijn ambitie voor de komende jaren is daarom om professionele samenwerkingen op te zetten met alle partijen in de keten: klant, ontmantelaar, leverancier, etc.
En wat moeten we niet meer doen?
Stop met praten en begin met doen! Door te doen ontdekken we wat werkt en wat niet. De gemeente kan bovendien een aanvullende (tijdelijke) rol spelen in het creëren van ruimte en mogelijkheden in de wet en regelgeving die nu nog circulariteit tegenwerken.
Los van dat jullie één van de stakeholders zijn in het URGE project, zijn jullie (GBN) ook actief in het Europese H2020 project ICEBERG waarin jullie een aantal casestudies rondom circulaire bouwmaterialen leiden. Wat brengt deelname aan deze projecten jullie?
Door deel te nemen aan Europese projecten zoals ICEBERG kunnen werken aan verschillende innovaties op het gebied van het circulair maken van de belangrijkste reststromen in Europa. In Nederland hebben we ons de afgelopen jaren vooral gefocust op betonpuin. Door samen te werken met Europese partners, kunnen we kennis delen tussen verschillende bedrijven en kennisinstituten met als doel nieuwe technologieën en best practices te ontwikkelen. Door nieuwe innovaties toe te passen in deze casestudies kunnen we ze valideren en onderwerpen aan Life Cycle Analyses en Life Cycle Cost berekeningen om de milieuimpact te berekenen. Ook kunnen we testen of een technologie zich staande houdt in een concurerende economie. Dat we de nieuwe C2CA technologie hebben kunnen ontwikkelen komt onder andere door deze Europese projecten. We zijn nu in staat deze techniek op te schalen en als een service aan te bieden.
Steeds meer inpirerende voorbeelden van circulaire bouw komen aan de oppervlakte. Wat denk jij dat nodig is om deze, vaak losstaande projecten, uit te breiden?
We moeten deze projecten aan elkaar koppelen: door samen te werken kunnen we ene geheel creëren dat veel sterker staat. We moeten dit niet doen door alleen met elkaar te praten, maar door de uitdaging echt samen aan te gaan. De gemeente Utrecht kan een belangrijke rol spelen door te faciliteren: door de juiste vragen te stellen, waar nodig, en door nieuwe pilots te ontwikkelen op nieuwe thema’s in samenwerking met marktpartijen.
Veel dank voor het delen van jullie inzichten!